Prijzen

technische details

 

STUKJE GESCHIEDENIS VAN ONS GROOTSTE TRADITIONELE ZEILSCHIP IN NEDERLAND

We gaan terug naar voorjaar 1994

Dat de opdracht voor het ontwerp van de Swan fan Makkum bij Van Meer terecht kwam, is geen toeval. Vijf jaar geleden tekende de ontwerper uit Enkhuizen voor de complete verbouwing - 'Het was bijna nieuwbouw', zegt hij zelf - van de Jacob Meindert, een dertig meter lange tweemast topzeilschoener. Een opdracht van Willem Sligting en Hinke de Vries. Niet zo gek dus dat Sligting twee jaar geleden opnieuw bij Van Meer op de stoep stond - nu samen met Hans van der Lee - toen hij plannen had voor een nog groter, en luxer, zeilend charterschip. Een project waar Hinke de Vries als interieurstyliste overigens ook nauw bij betrokken is geweest.
Van Meer vindt dat nieuw bouwen grote voordelen heeft boven verbouwen: 'Het biedt de mogelijkheid een schip te ont- werpen dat precies voldoet aan de eisen. Je kunt alles in een keer goed doen. Bestaande schepen hebben vroeger allemaal een andere functie gehad en het valt soms niet mee om ze aan te passen.'
Het 'concept' voor de Swan fan Makkum was snel geboren. 'Het moest een brigantijn worden, daarover waren we het snel eens', zegt Van Meer. Hij geeft twee redenen: 'Ten eerste om de uitstraling met de vierkant getuigde fokkemast. Ten tweede om de zeil eigenschappen: dankzij de langsscheeps getuigde grote mast biedt een brigantijn ook aan de wind nog goede zeileigenschappen.' Het scheepstype is afkomstig uit Amerika waar het in de zeventiende eeuw werd ontwikkeld voor de visserij, de walvisvaart, de koopvaardij en de kaapvaart. In het schip moest Van Meer diverse eisen -soms behoorlijk met elkaar in tegenspraak - verenigen. Het schip moest goed zeilen en snel zijn, maar ook veel ruimte bieden en geschikt zijn voor luxezeereizen. De sfeer aan boord moest intiem zijn, maar er moest ook dag-accommodatie komen voor groepen van meer dan honderd personen. Bovendien moest het korter zijn dan veertig meter binnen de loodlijnen. Dan valt het namelijk nog binnen de regels van het Nederlandse klasse-bureau. Daarnaast kreeg Van Meer te maken met allerlei praktische problemen. Hij geeft
een voorbeeld: !Neem de hellingshoek: de Swan fan Makkum is bijna tien meter breed. Krijg je een hellingshoek van meer
dan pakweg acht graden dan is het aan dek net of je tegen een geopende brug staat aan te kijken. Je moet er dus voor zorgen dat de hellingshoek heel klein blijft. Maar dat is moeilijk te verenigen met de eis dat het schip boven alles ook goed moet zeilen. Kijk, je kunt een schil; als dit zo ontwerpen dat het zeilt als een scherp jacht. Maar voor mij is dat net zoiets als een vrachtwagen die rijdt als een Ferrari. Het is leuk als je het voor elkaar krijgt, maar het is weinig functioneel.'

Papierproppen en sombere momenten

Als het idee er is, begint de uitwerking. Geen sinecure bij zo'n groot schip. 'Dat is de tijd van een berg papierproppen naast je tafel en sombere momenten', zegt Van Meer. 'Ik begin altijd met wegstrepen wat niet echt noodzakelijk is. Je zet de contouren van het schip op papier, vaststaande maten waarmee je te maken hebt. Daarna teken ik de waterdichte schotten en andere zaken waar je niet omheen kunt. Daarbinnen moet het gebeuren.' Van Meer is bij het ontwerp van de Swan fan Makkum steeds uitgegaan van de 'beleving' van de passagiers. 'Wat zie je aan boord? Die vraag heb ik me steeds gesteld. Ik vind dat je als opvarende het zeilen heel bewust moet kunnen meemaken. Dat je overal het schip kan zien. Anders heb je toch het idee dat je op een veerpont zit. Een probleem was dat je voor een heel breed publiek iets op papier moet zetten. Je krijgt leken, maar ook echte zeilers aan boord. Die laatste groep kiest bewust voor dit schip, omdat ze verwachten dat ze ook echt kunnen zeilen. De Swan fan Makkum is een soort tussenvorm: het schip valt tussen de charter- en cruiseschepen.'
Als de contouren en vaste onderdelen op papier staan, begint het kijken en indelen. Van Meer: 'De eerste ingeving is vaak de goede. Het punt is alleen dat die eerste ingeving soms weken op zich laat wachten. Maar als ie hem krijgt...het is net zo'n soort dinosaurusei: het begint als een idee en alles vloeit daaruit voort. Dat vind ik nog altijd het schoonste moment van het hele proces.'
Het gaat hem een stuk gemakkelijker af dan een paar jaar geleden, vindt hij zelf.. 'Je wordt steeds slimmer en concreter.

Vroeger begon ik te tekenen om er vervolgens halverwege achter te komen dat het niet deugde. Nu zie ik dat al voor ik begin. Natuurlijk, het kost nog moeite, maar wie weet, schud ik het over dertig jaar zo uit m'n mouw. Nou ja, bij wijze van spreken dan.

Pannenkoekenboot

Olivier van Meer, geboren aan boord van de topzeilschoener Johanna Lucretia, kreeg zijn liefde voor grote klassieke zeilschepen letterlijk met de paplepel ingegoten. Maar wie denkt dat daar zijn enige inspiratiebron ligt, slaat de plank behoorlijk mis.. Juist bij het ontwerpen van schepen als de Swan fan Makkum put hij uit een andere - onvermoede -bron. 'Een jaar of acht geleden heb ik de interieurs voor diverse restaurantschepen getekend. Zelfs een pannenkoekenboot en een restaurant aan de wal. In die tijd werd ik wel eens wat meewarig aangekeken. 'Ach god, Van Meer heeft een pannenkoekenboot getekend', weet je wel. Maar ik voel me daar helemaal niet te goed voor. Integendeel: als ontwerper ben ik er alleen maar completer door geworden. Ik weet hoe je een goede dekinrichting moet tekenen. Maar ik weet ook hoe ik een bar moet tekenen waaraan twintig mensen moeten kunnen zitten.
Als je grote charterschepen ontwerpt, ben je naast scheepsarchitect ook een soort binnenhuisarchitect. Ik zie vaak interieurontwerpers die hele goede ideeën hebben, maar die de link met het varen missen. Daardoor zijn hun ideeën vaak niet uitvoerbaar of blijkt de uitwerking aan boord absoluut niet praktisch te zijn.
Neem bijvoorbeeld een airconditioning.
Interieurontwerpers staan er vaak niet bij stil dat zo'n ding ook heel bepalend is voor je dekinrichting.' Een markant punt van de Swan fan Makkum is het grote campagnedek. 'Helemaal nieuw bij dit soort schepen', zegt Van Meer. 'Als je veel ruimte onderdeks wilt hebben, moet je een oplossing bedenken. Je kunt ook kiezen voor een groot dekhuis, zoals bijvoorbeeld op de Britse Winston Churchill. Maar wees nou eerlijk: dat slaat toch nergens op. Als je dat schip ziet; geen gezicht.' Toch zijn er ook mensen die de vindingen van Van Meer nergens op vinden slaan. Hij maakt zich daar echter niet - meer - druk om. 'Als je iets tekent wat "men" niet kent, krijg je commentaar. Maar Ik reageer daar steeds laconieker op. Ik ben nu bezig met
het ontwerp van een volschip. Daarvoor heb ik een uitgebreide studie gemaakt van de theeklippers. Dan zie je welke oplossingen ze vroeger bedachten. Daar waren ook heel opmerkelijke dingen bij.' Maar dat wil niet zeggen dat Van Meer schepen zou tekenen die hij zelf niet mooi vindt. Integendeel: 'Er zijn nou eenmaal bepaalde normen waaraan je je moet houden. Een soort gulden snede die bepaalt of de maten van een schip - of een gebouw harmonisch zijn. In de jachtbouw zie je nogal eens dat daarvan wordt afgeweken. Krijg je ineens allemaal vreemde zwemplatforms en dat soort dingen. Gelukkig lijkt ook in de jachtbouw het gezond verstand weer steeds meer terrein terug te winnen.'


Moeizaam

De Swan fan Makkum is gebouwd in Polen. Hoe zijn de ervaringen van Van Meer? 'Nu moet ik weloverwogen antwoorden', zegt hij bedachtzaam. 'Slecht is niet het goede woord, daarmee zou ik met name de werf erg tekort doen. Ik zou het zo willen formuleren: het gaat zeer moeizaam en het vergt erg veel energie om te krijgen wat je hebben wilt. De mensen daar kunnen heel veel, maar je moet alles in de gaten houden. De werf was fantastisch, maar als er werk werd uitbesteed ging het nogal eens fout.' Volgens Van Meer is het laten bouwen in Polen alleen interessant als het gaat om een groot project, omdat je flink wat extra organisatie krijgt. 'Vanaf het moment dat er gewerkt wordt moet er een projectleider zijn', zegt hij. Het fabeltje dat Polen 'zo goedkoop' is, moet volgens Van Meer ook de wereld maar eens uit. 'Als je een goed produkt wilt hebben, betaal je daar ook in Polen voor. Het legendarische "eenderde van de kosten die je in Nederland kwijt bent" is onzin. Trouwens: als je in Nederland te weinig geld in een project steekt, kim je ook een rotboot laten bouwen. Dat is in Polen net zo.' Volgens Van Meer zullen de prijzen in de loop van de tijd naar elkaar toegroeien: de goede bedrijven in Polen worden duurder, de Nederlandse werven worden wat goedkoper. Volgens hem moeten de Nederlandse bouwers zich meer en meer gaan specialiseren in technisch hoogwaardige, producten. Het 'bulkwerk' zal meer en meer naar het
buitenland verdwijnen. 'Ik zie de opkomst van bedrijven in het voormalige oostblok niet zo zeer als een bedreiging, meer als een noodzaak.'

Een uitdaging

Olivier van Meer is in een paar jaar uitgegroeid tot dè Nederlandse ontwerper van grote - klassieke - zeilschepen. Tuigage en dekplan van de White Star Clippers kwamen van zijn tekentafel, de Zaca a te Moana was van zijn hand en nu dan de Swan fan Makkum. Van Meer is echter niet vies van andere klussen. 'Het ontwerpen van kleine zeiljachten zoals de Puffin zou ik niet willen missen', zegt hij. 'En het tekenen van een snel motorjacht beschouw ik als een uitdaging. Als je dat zeven jaar geleden tegen me gezegd zou
hebben, had ik je waarschijnlijk uitgelachen.' Een tastbaar bewijs van zo'n uitdaging is de Enduro, een zeegaand motorjacht van de hand van Van Meer.
Zijn voorkeur voor klassieke lijnen moet echter in elk ontwerp blijken. 'Er moet lijn in zitten', zegt hij heel beslist. En hoewel hij bekend is geworden door zijn klassieke ontwerpen, schuwt hij het 'moderne werk' niet. Zo liggen er op dit moment(1994) twee ontwerpen van modern gelijnde zeiljachten op de tekentafel. Van Meer: 'De logische vraag van veel mensen is dan of ik ook nog eens een ècht specialistisch wedstrijdjacht als een lOR-racer of Whitbread 60 zou willen tekenen. Maarzo werkt dat niet. De expertise voor dat soort jachten ligt bij anderen.' Diversiteit is voor Van Meer belangrijk. 'We doen hier ook zaken, die helemaal niet bijzonder zijn. Constructietekeningen, pijpleidingen noem maar op. Ik ben heel ambitieus, ik wil hard werken en ik weet wat ik wil. Maar als alles precies zo zou gaan als ik zou willen zou ik een vervelend, verwend mannetje worden.
Gewoon werken is daarom wel goed, denk ik.'

De hutten zijn niet overdreven luxe, maar bieden de opvarenden wel de nodige privacy. Elke hut heeft bovendien een eigen natte cel. Er zijn achttien tweepersoonshutten aan boord.

bron: w.k. 1994 tekst Jan Briek